Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Maar Er, de eerstgeborene van Juda, was [7]kwaad in des HEEREN ogen; daarom [8]doodde hem de HEERE. 7. Dat is, hij mishaagde den Heere; zie boven, hfdst.21 vs.11, want hij is genegen geweest en uitgebroken tot grote en grove zonden, die Gods rechtvaardige gramschap tegen hem verwekt hebben; verg. boven, hfdst.6 vs.11, en hfdst.10 vs.9. 8. Te weten, op zulk een manier, dat men in zijn dood Gods rechtvaardig oordeel kan opmerken; alzo onder, vs.10.